Leven met megaoesophagus
Ja, pups met megaoesophagus hebben een kans op een hondwaardig leven, maar dat hangt wel heel erg af van de inzet van de baas. Sterker nog, de kans is zelfs aanwezig dat ze er mogelijk overheen kunnen groeien. Maar ook als dat niet gebeurd heeft de hond een toegewijde baas nodig die hem ondersteunt waar nodig. Op deze pagina beschrijven we wat er zoal mogelijk is om de pup überhaupt een kans te kunnen geven. Hou er rekening mee dat heel veel zaken om trail and error draaien. Wat voor de ene hond wel werkt, werkt voor de andere hond totaal niet. Wij proberen een zo wijdt mogelijk beeld te geven van de mogelijkheden die er zijn.
Voer je hond rechtop in een baileychair
Door je hond in een rechtop zittende/staande houding te voeren, zorgt de zwaartekracht ervoor dat voedsel en vloeistoffen naar de maag worden getransporteerd. Om je hond te laten zitten, is een zogenaamde baileychair het makkelijkst, maar sommige honden doen het ook goed als ze op een trapje of verhoging staan. Er zijn in ieder geval genoeg manieren om te bedenken waarmee de hond enigszins rechtop zit of staat. Natuurlijk heb je direct na diagnose niet meteen een baileychair gekocht of zelf gemaakt. Scout was 7 weken oud ten tijde van de diagnose en hij heeft de eerste dagen in een opbergboxje gezeten met extra kussens en kleden ter opvulling.
De baileychair is gemakkelijk zelf te maken, ook als je niet zo handig bent. Wel is het belangrijk dat je rekening houdt met de groei. Scout zijn eerste stoel, zoals wij de baileychair noemen, hebben we niet op de groei gemaakt. Zijn 2e wel, we hebben de zijkanten en achterkant wat langer gehouden, zodat we te zijner tijd het deurtje een paar keer omhoog konden plaatsen.
Klik op onderstaande foto’s voor een grotere weergave
Je zal vast denken, zo’n stoel is één, maar hoe hou je de pup erin? Dat dachten wij de eerste keren ook, maar het heeft ons verbaasd om te zien hoe snel Scout gewend raakte aan het zitten in de stoel. In eerste instantie probeerden wij hem te paaien met tubes smeerkaas en lekkers. Echter merkten we dat we op die manier het tegenovergestelde veroorzaakten. Wij wilden dat hij rustig zou zitten, maar hij raakte juist heel erg opgewonden ervan. Als we de koelkast maar open deden, dan ging hij helemaal los, omdat hij wist dat de tube smeerkaas daar lag. Wij hebben van Scout geleerd: “less is more”, maar dit zal per pup verschillen. In het begin hebben we Scout ook meerdere keren afwisselend op de arm gehad en we door de woonkamer heen liepen. Zodra hij dan te zwaar werd zetten we hem weer terug in de stoel. Totaal niet verwacht, maar het zal je verbazen hoe snel pups leren dat ze er gewoon in moeten zitten.
Belangrijk! Laat ze nooit alleen in de stoel zitten. Blijf altijd in de buurt, zodat er geen ongelukken kunnen gebeuren.
Een ander aspect van de stoel is dat je moet beginnen met 30 minuten rechtop zitten, na het eten. En ik kan je vertellen, de eerste keren duren die 30 minuten héél erg lang. Als er na die 30 minuten nog steeds klachten zijn, dan kan het zijn dat de pup langer moet zitten. Sommige pups zitten soms wel 45 minuten in hun stoel. Daar in tegen zijn er ook pups die korter kunnen dan 30 minuten. Sommige pups doen het zo goed dat ze alleen in hun stoel hoeven te eten en te drinken en na 5 minuten er alweer uit kunnen. Ook hierin geldt dat geen hond gelijk is. Belangrijkste is dat je niet te snel moet willen gaan.
Scout valt over het algemeen in slaap tijdens zijn rechtop tijd, dan kan ik bijvoorbeeld even een boterham eten of mailtjes beantwoorden achter de laptop.
Voer en water
Het zoeken naar de juiste consistentie van de voeding is misschien wel de grootste trail and error. Sommige honden doen het goed op een slurry of een milkshake consistentie. Andere honden doen doen het juist goed op een tussenvorm zoals volledig geweekte brokjes (of tot poeder gemalen brokjes aangevuld met water) en weer andere honden doen het uitstekend op een stevige vorm van voeren, namelijk de kleine gehaktballen (small meatballs). Bij de laatste methode is het belangrijk dat de pup zijn neus naar boven wijst, ten tijde van het voeren. Op die manier voorkom je dat ze erop gaan kauwen en het in zijn geheel wordt doorgeslikt.
Scout is als pup afgespeend op Energique voor Puppies en aangezien hij het voor diagnose daar al zo goed op deed (geen regurgiteren) zijn we dit blijven voeren. Omdat we wilden dat hij zijn voer wat rustiger zou opeten, en niet direct het hele voerbakje leeg, draaien we kleine hapklare balletjes van de Energique. Dit is niet dezelfde methode als de kleine gehaktballetjes, want die zijn juist gemaakt om hun stevigheid te behouden. Voor Scout was het gewoon zaak dat hij steeds maar één hap tegelijk neemt en door er kleine balletjes van te draaien, konden wij ze makkelijk voeren. Uiteraard kun je ook het voer in een slowfeeder doen.
De hoeveelheid voermomenten verschilt per pup, maar liever paar kleine porties verdeelt over de dag, dan 2 hele grote. Wij zijn met Scout gestart op 5 à 6 momenten per dag en hebben dat al gauw terug kunnen brengen naar 4 keer per dag. De tijden verschillen hier wel eens, als er maar tenminste zo’n 3 à 4 uur tussen de maaltijden zit. Als indicatie kun je denken aan: 10.00, 14.00, 18.00 en 22.00 uur.
Veel megaoesphagus honden kunnen geen water tolereren. Doet je pup het goed op een slurrie of milkshake consistentie, dan heb je geluk. Je kunt daardoor al een groot deel (of volledig) van de waterinname in de voeding verwerken. Voor de honden zoals Scout die een tussenvorm of de small meatballs gevoerd krijgen zal je dus water moeten toevoegen buiten het voer om. Met vers vlees (zoals Energique) heb je het geluk dat vlees al uit een flink percentage vocht bestaat. De stelregel is dat een gezonde hond zo tussen de 40 – 60 ml per kg lichaamsgewicht per 24 uur aan vocht nodig heeft. Kleine honden hebben relatief gezien wat meer nodig dan een grote hond.
Voor de honden die niet al het benodigde vocht verwerkt kunnen krijgen in hun voer is het verstandig om water aan te dikken. Dat kan bijvoorbeeld met gelatine (Dr. Oetker bijvoorbeeld) uit de supermarkt alsook verdikkingsmiddelen te halen bij de humane apotheek. Belangrijk is dat je de ingrediënten wel goed bekijkt om te zien of daar iets in zit wat een hond niet mag hebben. Scout krijgt zijn water aangedikt met gelatine van Dr. Oetker, dat is 100% varkensgelatine. Scout tolereerde wel water, maar na het barium onderzoek (barium kan flink irriteren) regurgiteerde hij die dag een aantal keer. Omdat we de kans op regurgiteren naar 0 wilden brengen zijn we zijn water gaan aandikken, just in case…
Start eerst zoals beschreven op de verpakking en dan kun je altijd gaan spelen met de hoeveelheden. Scout zit inmiddels op 1300 ml water aangedikt met 12 blaadjes gelatine. Dat is 300 ml meer dan wat de verpakking beschrijft. Zo kun je dus wat spelen met hoeveelheden, maar pas op! Doe kleine stapjes.
Verder zijn er nog opties zoals ijs-chips, ijsblokjes en leren je hond te drinken uit bijvoorbeeld een knaagdier fles die op hoogte is opgehangen, zodat de pup zijn nek moet strekken om er bij te kunnen. Een enkele megaoesophagus hond kan wel volledig vloeibaar water tolereren, vaak op een verhoging of in de stoel.
Blijf goed het hydratie niveau van je pup controleren, vooral op warme dagen.
Ter inspiratie heeft de Upright Canine Brigade een pagina met diverse recepten op hun website, klik hier om die te bezoeken.
Pro collar of neckhug
Het verhogen van het hoofd en slokdarm achter het hoofd van megaoesophagus pups/honden is erg belangrijk. Als pups gaan liggen ontstaat er vaak een soort poeltje van speeksel in hun slokdarm. Dat is het klotsende geluid wat je soms kunt horen en pups kunnen gaan hoesten of klinken alsof ze vocht in de longen hebben. Hierdoor kan de pup gaan regurgiteren. Ditzelfde geldt ook voor voeding, al is het wel de bedoeling dat de voeding naar de maag zakt, als de pup in zijn stoel zit. Dankzij de neckhug, wordt de slokdarm wat zich vlak achter de kop bevindt net zo hoog of een frachtie hoger gehouden dan het deel van de slokdarm dat zich in de borstkas bevindt. Hierdoor kan het speeksel en andere vloeistoffen die zich in de slokdarm bevinden niet terug stromen naar het hoofd en is de kans op verslikking ook minder groot.
Wij hebben Scout een nekkraag van Buster gekocht. Hij heeft deze om tot ongeveer anderhalf uur nadat hij uit zijn stoel is gekomen en altijd in de nacht. Het zal je verbazen hoe snel pups hieraan gewend raken. Scout weet precies, zodra ik de neckhug pak, dan mag hij uit zijn stoel.
Klik op onderstaande foto’s voor een grotere weergave
Medicatie
De meeste megaoesophagus honden krijgen één of meerdere medicamenten toegediend om de hond te ondersteunen bij het hebben van de aandoening. Overleg altijd met je dierenarts of neem contact op met de Universiteitskliniek voor gezelschapsdieren in Utrecht.
Maagzuurremmer – Omeprazol – De LES (Lower Esophageal Sphincter) is een soort poort die de slokdarm afsluit van de maag. Vaak is er een probleem met de LES in megaoesophagus honden, wat ervoor zorgt dat er maaginhoudt terug de slokdarm in kan schuiven (reflux). Het maagzuur kan brandwonden en ulcers veroorzaken wat weer kan leiden naar een geïrriteerde of ontsteking van het slijmvlies van de slokdarm.
Ook honden die niet lijden aan megaoesophagus, maar wel een dysfunctie van de slokdarm hebben en daardoor met enige regelmaat last hebben van reflux. Kunnen zeker baat hebben bij een maagzuurremmer.
Metoclopramide helpt om de maag versneld te ledigen en de motiliteit van de slokdarm te bevorderen. Wordt meestal gegeven 15 – 30 minuten voor de maaltijd. Uit een studie over Sildenafil is gebleken dat metoclopramide en Sildenafil een contra-indicatie met elkaar hebben.
Sildenafil zorgt ervoor dat de LES voedsel makkelijker doorlaat naar de maag. Sildenafil dient met een interval van 12 uur gegeven te worden. Sildenafil kan zowel voor als tijdens de maaltijd gegeven worden.
Scout krijgt alleen de Sildenafil en de omeprazol tegelijk met zijn eerste en laatste maaltijd van de dag.
Snacks en trainingen
Wanneer kun je een kauwstaafje of een trainingssnoepje geven en wanneer niet? Dat weet je pas als je het probeert, want geen enkele megaoesophagus pup is hetzelfde.
Wij zijn gestart met de Yakstaaf, dat is staaf gemaakt van Yak melk. Scout kon hier gewoon op kauwen, zonder dat er echt stukken afbraken. Het enige wat er af kwam, waren kleine schaafsels. Nadeel van de Yakstaaf is dat hij makkelijk breekt als hij op de grond valt. Als je alle losse stukken verzameld en laat smelten in de oven of magnetron kun je er een nieuwe staaf van maken.
Na heel wat Yakstaven te hebben versleten, zijn we wat anders gaan proberen en heeft Scout een stuk runderkophuid gekregen. Hij kan hier naar hartelust uren op kauwen, zonder dat er echt hele stukken loslaten. Zodra het stuk te klein is dan nemen we het in en krijgt hij een nieuwe.
Tubes met smeerpaté en pasta zijn ideaal voor trainingen, aangezien je er hele kleine beetjes van kunt gebruiken. Scout laat ik meestal aan de tuit likken, of neem een klein beetje op de vinger om hem te laten doen wat ik van hem vraag. Zo heb ik met behulp van een tube Scout geleerd om met zijn voorpoten tegen mij aan te leunen of mijn handen vast te houden. Op die manier kan ik hem overal rechtop laten zitten, waar ik dat maar nodig vindt.
Verder kan Scout tegenwoordig hele kleine stukjes trainers of gedroogd materiaal verdragen tijdens de cursus. Als er een moment is dat ik denk dat het nodig is dat hij even rechtop zit, dan geef ik hem dat commando en zitten we even rechtop tot ik zeg dat we weer verder kunnen.
Complicaties door de megaoesophagus
Het grootste gevaar van megaoesophagus is Aspiration Pneumonia (AP) oftewel longontsteking door het inhaleren van vocht en/of voedsel. Longontsteking is altijd levensbedreigend, maar een longontsteking veroorzaakt door vocht of voedsel kan erg hardnekkig zijn. Symptomen zijn niet fit, onregelmatig/versneld ademhalen, niet willen eten, koorts in combinatie met een hoest of loopsneus. Des te eerder de diagnose gesteld wordt en de behandeling wordt gestart, des te beter de vooruitzichten zijn. Meestal wordt de diagnose gesteld door middel van een röntgenfoto en bloedonderzoek. Vaak is een langdurige kuur met antibiotica (soms 2 verschillende) noodzakelijk. Herhalen van de röntgenfoto’s en bloedonderzoek is aan te raden voor het eind van de antibiotica kuur.
Door reflux en regurgiteren kan een geïrriteerde of ontsteking van het slijmvlies van de slokdarm ontstaan. Vraag bij je dierenarts om sulcrafaat of haal bij de winkel slippery elm om de slokdarm te coaten.
Gastro-oesofagale invaginatie kan ontstaan als een hond veelvuldig regurgiteert of overgeeft. De maag schuift dan in de slokdarm, waardoor een levensbedreigende situatie ontstaat. De hond zal in distress zijn en er kan bloed bij het braaksel zitten. Een operatie is nodig om de maag en slokdarm uit elkaar te halen. Het moge duidelijk zijn dat dit absoluut een spoedgeval is.